p
i e t   v a n   d i e p e n      
     
   
leids dictee 1995
   
 
Datum 17 februari 1995
Locatie Openbare Basisschool Lucas van Leyden
Tekst docenten Lucas van Leydenschool
Voorlezer Tineke Netelenbos, staatssecretaris Onderwijs
Spelling Herziene Woordenlijst Nederlandse taal (maart 1990), het ‘nieuwe Groene boekje’ op basis van de Woordenlijst Nederlandse Taal van 1954 (waarvan begin 1990 nog een ongewijzigde herdruk was verschenen!)


Spelkunst of quelkunst?

In de middeleeuwen moest iedere scribent of kopiist op zijn eigen wijze gesproken taal zien neer te schrijven in een alfabet dat ontleend was aan een andere taal. Stadsklerken en monniken adopteerden het Latijnse alfabet al vanaf de 13e eeuw om gesproken taal min of meer fonetisch te kunnen weergeven. Zo kon de zwakke positie van de h in het Vlaamse sjibbolet (=schibbolet) er bijvoorbeeld toe leiden, dat één auteur op dezelfde pagina een woord op verschillende wijzen kon schrijven.

Aan het eind van de 18e eeuw werden pogingen ondernomen om excerpten van bestaande geschriften te alfabetiseren, maar pas in de Franse tijd werd een officiële eenheidsspelling geëffectueerd middels een verhandeling van de Leidse hoogleraar Siegenbeek. Het resultaat van zijn lexicografische werk werd helaas nooit echt geapprecieerd en vanaf de introductie werd er over gebakkeleid. Naar verluidt werden de lemmeten over en weer flink geslepen en het draaide ten langen leste uit op een compleet debâcle.

De Vries en Te Winkel gingen in de jaren erna enigszins eclectisch te werk. Met veel elan appliceerden zij wetenschappelijk-linguïstische inzichten op de spelling-Siegenbeek. Hun grondbeginselen worden, behoudens enkele wijzigingen, nog steeds toegepast in de spelling van heden ten dage. Enkele beperkingen op hun uitgangspunt “de regel der beschaafde uitspraak” hadden betrekking op princiepen van gelijkvormigheid, etymologie en analogie.
Hun uit 1866 daterende “Woordenlijst voor de Spelling” werd in 1954 vervangen door de, ook thans nog geldende, “Woordenlijst van de Nederlandse Taal”, beter bekend als het “Groene Boekje”. De jansaliegeest werd ditmaal doorbroken door de weifelende houding van de samenstellende Belgisch-Nederlandse commissie ten aanzien van bastaardwoorden. Zo hadden publikatie en colporteren de voorkeur, maar publicatie en kolporteren mocht ook. De juiste vormen van shampoo, shintoïsme, craquelure, caissière, refugié, consequent, kwalificatie en enthousiasme leken daardoor niet meer bekend bij de mensen die op antwoord wachtten. Ook de ingewikkelde voorschriften betreffende de verbindings-n brachten niet alleen muggezifters in vertwijfeling, want vier decennia later bleek het nog lucratief om tot in alle periferieën van het land dicteewedstrijden te organiseren.

Spellingdebatten laaiden op en begin jaren zeventig zag de commissie-Pée-Wesselings het levenslicht. De voorstellen van deze, uit de hervormingsecclesia voortgekomen, geleerden varieerden van radicaal tot radicaler, het verzet nam volumineuze afmetingen aan en uitte zich als dat van rugbyers, of bedekter, als dat van waterpoloërs. Kortom, de hele santenkraam was weer in rep en roer. Door successieve kabinetscrises en stampij van actiegroepen werd de tenuitvoerbrenging van de voorstellen opgehouden en vervolgens geëtiketteerd als voordegekhouderij.

Een volgende commissie heeft haar voorstellen alweer ingediend, het aanbod moest de vraag weer per se overstijgen en niet alleen geaffecteerde neerlandici en rouwdouwende querulanten werpen zich in de strijd. Het perpetuum mobile is nog in gang...

Uitslag
1. Bert Jansen (leraar Nederlands) ? fouten
5. o.a. Pieter van Diepen (ambtenaar), Leo van Zanen (dichter) 13 fouten

Mijn fouten:
copiist, chibollet, erover, principen, spelling, taal, publicatie, sjintoeïsme, muggenzifters, rugby’ers, stampei, voor-de-gekhouderij, rauwdauwende

Opmerkingen:
• Het fout rekenen van erover en stampei waren regelrechte missers van de jury. Stampei en stampij staan nu beide in het Groene Boekje (zowel dat van 1995 als dat van 2005); in de Herziene Woordenlijst die destijds van kracht was, staat zelfs alléén stampei.
• Het fout rekenen van spelling en taal met een kleine letter vond ik toen erg streng: je moest kennelijk de precieze titel van die boeken kennen.
• Daar staat tegenover dat ik goed wegkwam met het als slechts één fout rekenen van chibollet en sjintoeïsme.

Bijzonderheid:
Bert Jansen won – ik weet niet met hoeveel fouten. Ook wie tweede, derde en vierde waren, kan ik niet meer terugvinden.
Wel weet ik – en dat deed me deugd – dat Bert Leeuwe, winnaar in 1993 en tweede in 1994, wel in de finale zat, maar buiten de prijzen viel. Had ik hem eindelijk verslagen. (Later, in 2005, nog eens – zie aldaar.)